Bij padel, spelen ballen een cruciale rol, vooral op middelmatig tot hoog niveau. Er is een wereld van verschil tussen een nieuwe bal en een bal die al verschillende wedstrijden is gebruikt. Hoe vaak hebben we niet geprobeerd een bal te slaan voor een derde of naar onze baan te brengen, maar door te weinig druk in de bal veranderde een winnend punt in een kans voor onze tegenstanders, waardoor we het punt verloren.
Een padelwedstrijd met nieuwe ballen is compleet anders dan een wedstrijd met versleten ballen. Het is altijd leuker om met nieuwe ballen te spelen, die zorgen voor meer variatie en precisie in slagen.
Natuurlijke omstandigheden hebben ook directe invloed op de ballen. Het is niet hetzelfde om in juni om 12 uur ’s middags te spelen met de zon op de ballen, als in december op hetzelfde tijdstip met kou en een vochtige baan. Indoor padelbanen zijn de afgelopen jaren enorm populair geworden omdat de constante omgevingsomstandigheden zorgen voor minder slijtage aan de ballen dan op buitenbanen.
Het gebruik van ballen is een specifiek en persoonlijk onderwerp, omdat sommige spelers, vanwege hun speelstijl, liever met versleten ballen spelen dan met nieuwe. Over het algemeen geeft de meerderheid van de spelers op een middelmatig tot hoog niveau de voorkeur aan nieuwe ballen. Tijdens professionele wedstrijden van het World Padel Tour worden ballen om de eerste keer gewisseld na elke 9 games (inclusief 2 opwarmingsgames) en daarna elke 11 games.
Padelballen verschillen subtiel van tennisballen en het is raadzaam om altijd specifieke padelballen te gebruiken. Het belangrijkste verschil is de druk; padelballen hebben minder druk dan tennisballen. In tennis bestaat er geen voorgeschreven drukwaarde, maar bij padel wel. De druk ligt meestal tussen 4,6 en 5,2 kg per 2,54 cm², waardoor padelballen iets trager zijn dan tennisballen en het moeilijker is om ze buiten de baan te slaan. De stuit van een bal die vrij vanaf 2,54 m op een harde ondergrond valt, moet tussen de 135 en 145 cm zijn.